top of page
Brainstormen

Stichting Consortium Beroepsonderwijs is gecertificeerd examenleverancier en ontwikkelt (keuzedeel)examens voor: Afbouw, hout en onderhoud - Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek - Bouw en Infra - Creatieve Industrie - Techniek en procesindustrie - Zorg en Welzijn (in samenwerking met STEAG).

Veelgestelde vragen examinering

Filter op:

FAQ Examinering en AI

Klik hier voor de FAQ.


Toelichting

Samen met Stichting Praktijkleren hebben wij enkele veelgestelde vragen vanuit scholen verzameld en voorzien van antwoorden. Wij beseffen terdege niet volledig te kunnen zijn bij de vele vragen en snelle ontwikkelingen die plaatsvinden op het gebied van AI, maar wij hopen met deze antwoorden een handreiking te geven die recht doet aan de vragen die vanuit de scholen op dit moment aan ons gesteld zijn. We zien dit als een aanzet om met elkaar hierover verder in gesprek te gaan en dit document op basis van deze input te laten groeien. 


De richtlijnen voor het gebruik van AI vanuit het Kennispunt Onderwijs & Examinering, SURF, Npuls en het NEC geven hiervoor bruikbare aanknopingspunten. 

Aan welke eisen moet de afname van een examen voldoen als dit in simulatie afgenomen wordt?

Wij adviseren hierbij gebruik te maken van het 5D model van Gulikers e.a. 

Klik hier voor meer informatie > zie vanaf pagina 17. 

In de instructie voor de examinator staat (punt 5): “Een onvoldoende aangetoonde indicator leidt tot een onvoldoende van het beoordelingscriterium.” Wat wordt bedoeld met ‘onvoldoende aangetoond’?

Met het woord ‘aangetoond’ bedoelen wij dat de indicator minimaal voldoende moet zijn. 


De constructeurs hebben de indicatoren zo gekozen dat deze het te beoordelen criterium op cruciale punten dekt. Als een indicator niet voldoende hoeft te zijn (cruciaal) om het criterium te dekken is die niet opgenomen. Daardoor is elke indicator daadwerkelijk van belang en leidt een onvoldoende beoordeelde indicator tot een onvoldoende voor de beoordeling van het criterium. 

We beoordelen uiteindelijk de essentie van de in de context uitgevoerde examenopdracht (die groter is dan alleen de criteria die beoordeeld worden).

In Digibib staat er 'Vervallen' achter de titel van een exameninstrument. Wat wordt daarmee bedoeld?

Dit wil zeggen dat de oudere versie van het exameninstrument niet langer door ons onderhouden wordt. Het is dan ook niet meer regulier beschikbaar in Digibib. Op deze wijze houden we onze examenproducten actueel. 


Op verzoek stellen we deze examenproducten per specifieke opleider nog beschikbaar. Dit kan door te mailen naar de Helpdesk (icthelpdesk@consortiumbo.nl). In dat geval wordt de opleider zélf verantwoordelijk voor de validiteit van het product. 


Wij adviseren om zo veel mogelijk gebruik te maken van de nieuwste versies van onze exameninstrumenten.

Is de afnameperiode (zie voorblad per examen) hetzelfde als de examenperiode, zoals genoemd in het servicedocument exameninstrumenten SCB en de dekkingsoverzichten?

Nee, afnameperiode en examenperiode zijn niet hetzelfde. 


Met een afnameperiode wordt de concrete datum/periode van het schooljaar bedoeld waarop het examen plaatsvindt. 

Het begrip examenperiode is niet gekoppeld aan een datum of schoolperiode, maar is een richtinggevende tijdsindicatie waarbinnen het examen uitgevoerd kan worden.


(Zie ook ‘Toelichting op examenduur’ in het servicedocument ‘Exameninstrumenten SCB’ in Digibib).

Is het examengesprek hetzelfde als een CGI (Criteriumgericht Interview)?

Nee, wij beschouwen het CGI als een inhoudelijk onderdeel van het totale examengesprek. 


Een examengesprek is een verantwoordende beoordelingsvorm, waarin keuzes die zich voordoen in de authentieke beroepssitautie worden verantwoord. 

Het examengsprek bestaat uit drie onderdelen: de inleiding, het inhoudelijke deel (het CGI) en de afronding.

Is het verplicht zowel de examenperiode als de examentijd op te nemen in het examenplan?

Het examenplan is een plan van de opleiding, dat vaak wordt ingevuld aan de hand van een format. Consortium doet hierover geen uitspraken. 


De reden dat de examenduur (weergegeven als examentijd en/of examenperiode) is opgenomen in het examen, ligt in de norm voor valide exameninstrumenten en in het borgen van gelijkwaardigheid bij de afname van het examen.

Is het vier-ogen-principe verplicht?

Nee, het vier-ogen-principe is niet verplicht. Wel is het een van de beproefde manieren om de betrouwbaarheid van afname en beoordeling van een examen te vergroten. 


Het vier-ogen-principe houdt in dat minimaal twee examinatoren een examen bijwonen en beoordelen. Omdat het vier-ogen-principe niet altijd gehanteerd kan worden, kiezen mbo-scholen er soms voor om bij mondelinge examens of praktijkexamens geluids- of beeldopnamen te maken wanneer er slechts één examinator bij een examen betrokken is en deze op een later moment (steekproefsgewijs) terug te luisteren. 


Het is belangrijk dat er sprake is van een intersubjectieve beoordeling: in het hele examenproces beoordelen dan meerdere examinatoren met meerdere beoordelingsvormen op meerdere momenten de prestaties van een kandidaat. 


Bron: 

Kan een examen online afgenomen worden?

Ja, dit kan. 


Examengesprekken en -presentaties kunnen eenvoudig worden afgenomen via een online vergaderruimte. 

Voor sommige gedragsbeoordelingen is dit ook een geschikte vorm. Bij voorkeur gaat het om live-afnames, in verband met de authenticiteit (de uitvoering door de examenkandidaat zelf). 

Het is belangrijk om rekening te houden met eventuele ethische kwesties en met de van toepassing zijnde privacywetgeving (AVG).

Kan een examenverslag vervangen worden door een examenpresentatie?

Ja, dit kan. 


De doelstelling van beide vormen is hetzelfde: de kandidaat verantwoordt het eigen beroepsgerichte handelen. Voor de examinator verandert er weinig. Bij beide beoordelingsvormen is sprake van eenrichtingsverkeer. 


Een opleiding mag in het examenplan opnemen dat het examenverslag wordt vervangen door een presentatie, of dat de kandidaat zelf mag kiezen. Dit zien wij niet als een aanpassing van het exameninstrument. 


Lees hier het hele artikel. 

Kan een gedragsbeoordeling vervangen worden door een examengesprek of -presentatie?

Nee, wij vinden dat dit niet automatisch kan. 


Wij gaan uit van het principe dat gedrag wordt beoordeeld op basis van een gedragsobservatie; het gaat er immers om dat de kandidaat de vaardigheden laat zien, niet dat deze achteraf uitlegt hoe deze de vaardigheid zou uitvoeren.

Kan een niet-vakinhoudsdeskundige ingezet worden als examinator bij een beroepsgericht examen?

Het is aan de examencommissie om de deskundigheid van (praktijk)examinatoren te borgen. De wet bepaalt niet wat die deskundigheid inhoudt. 


Wij gaan ervan uit dat de deskundigheid van een examinator uit twee onderdelen bestaat: deskundig in het vak en deskundig in examineren. 


Een examenkandidaat moet tijdens het afleggen van het examen aantonen dat deze voldoet aan het voorgeschreven beheersingsniveau. Als iemand niet vakinhoudsdeskundig is, is het erg lastig om te beoordelen of de examenkandidaat het vereiste niveau beheerst. 


Een niet-vakinhoudsdeskundige die wel deskundig is in examineren zou bijvoorbeeld ingezet kunnen worden als tweede examinator bij een examengesprek.

Klopt het dat de formulieren ‘Waarnemen en aantekeningen maken’ en ‘Verklaring ARA’ puur hulpmiddelen zijn?

Ja, dit zijn inderdaad hulpmiddelen (servicedocumenten).


Het formulier 'Waarnemen en aantekeningen maken' sluit aan bij de door ons uitgedragen WACKER-methodiek. 


Het servicedocument ‘Verklaring Authenticiteit, Relevantie en Actualiteit (ARA)’ is tevens een hulpmiddel. Als er in een examen sprake is van een voorbereidende opdracht met een voorwaardelijke status is het wel het advies hiervan gebruik te maken, tenzij de opleiding de authenticiteit, relevantie en actualiteit op een andere wijze kan borgen. Dit staat dan tevens opgenomen bij de afnamecondities.

Moet bij de omzetting van O-V-G naar een cijfer de systematiek worden gevolgd zoals het Consortium die hanteert?

Nee, Consortium faciliteert het omzetten naar een cijfer als service naar de scholen. Het is aan (het beleid van) de school om hier al dan niet gebruik van te maken.

Moet de student eerst alle examens van het Basisdeel doen voordat deze met de examens van het Profieldeel mag starten?

Nee, dit hoeft niet. Het mag gecombineerd worden. Iedere school bepaalt een eigen clustering en legt dit vast in het examenplan.

Moet een beoordeling verplicht onderbouwd worden?

Nee, het onderbouwen van een beoordeling is niet wettelijk verplicht. De keuze is aan de school(organisatie). Voor zowel de kandidaten als examencommissies kan een onderbouwing helpen om uit te leggen hoe tot een oordeel gekomen is. 

De onderwijsinspectie kijkt er ook op deze wijze naar. Zij vragen om transparantie in het beoordelingsproces en de onderbouwing is daarvan onderdeel.

Moet een persoon die een verpleegtechnische vaardigheid aftekent zelf bevoegd en bekwaam zijn en/of moet de persoon zelf BIG-geregistreerd zijn?*

(*In examens waarbij verpleegtechnische vaardigheden beoordeeld worden staat “Bij iedere handeling is een handtekening gegeven door iemand die bevoegd en bekwaam is volgens de wet BIG.” De veelgestelde vraag is dan ook gericht op deze tekst.) 


Degene die een verpleegtechnische vaardigheid aftekent moet bevoegd en bekwaam zijn in de betreffende verpleegtechnische handeling. Tevens moet deze de eisen uit de wet BIG kennen. Deze persoon hoeft niet BIG-geregistreerd te zijn.

Moeten alle examens los van elkaar geëxamineerd worden?

Nee, dit hoeft niet. 


Examens kunnen in een logische ordening, binnen een bepaalde periode, afgenomen worden. Dit wordt vastgelegd in het examenplan van de school. Het is mogelijk om bij het Consortium een examenarrangement (of eenheid) te laten maken.

Voor de keuzedelen berekent Consortium voor de examens een 3 of een 5 bij een onvoldoende, waarom is hiervoor gekozen?

Bij keuzedelen is er een compensatieregeling waarin het volgende staat: "Een keuzedeelresultaat mag nooit lager zijn dan een 4 of een overeenkomende eindwaardering." Gezien deze compensatieregeling keuzedelen zou dit kunnen betekenen dat een kandidaat zonder inspanning toch het diploma behaalt. Dit is geen wenselijke situatie. 


Daarom hebben we ervoor gekozen om een onvoldoende voor het keuzedeel om te zetten in een 3 of een 5. 

Dit cijfer wordt gebaseerd op het aantal onvoldoende beoordelingscriteria: 

  • als het aantal beoordelingscriteria met een score onvoldoende in het keuzedeelexamen kleiner of gelijk is aan 50%, dan is het cijfer voor het keuzedeelexamen een 5; 

  • als het aantal beoordelingscriteria met een score onvoldoende in het keuzedeelexamen groter is dan 50%, dan is het cijfer voor het keuzedeelexamen een 3. 


(Zie eventueel ook het servicedocument ‘Omzetting naar cijfers’ in Digibib).

Waarom maakt Consortium verschil tussen ‘Afnamecondities’ en ‘Examencondities’?

Wij maken hierin verschil om de verantwoordelijkheid van de examenleverancier en de school te scheiden. 


Afnamecondities zijn opgenomen in het examen

Afnamecondities zijn de voorwaarden en omstandigheden waaronder een examen wordt afgenomen: examenduur, taakcomplexiteit, mate van zelfstandigheid/verantwoordelijkheid taakuitvoering, ruimte, materialen, middelen en/of materieel. Afnamecondities zijn een voorwaarde om de beoordelingscriteria volledig en op niveau aan te kunnen tonen. 

Een examinator heeft de taak te checken of er aan de afnamecondities voldaan is alvorens het examen start. 


Examencondities worden bepaald en vastgelegd door de school

Examencondities zijn de voorwaarden en richtlijnen volgens wet- en regelgeving in examinering, vastgelegd in het handboek examinering van de onderwijsorganisatie. Denk hierbij bijvoorbeeld de plaats van een examen, omstandigheden waarbinnen het examen afgenomen wordt of de inzet van het aantal examinatoren.

Waarom wordt een onvoldoende bij een keuzedeelexamen wel omgezet naar een cijfer en een onvoldoende bij een beroepsgericht examen niet?

Het examen van een keuzedeel moet wettelijk uitgedrukt worden in een cijfer. Dit ligt vast in het ‘Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB'. Daarin staat: "De eindwaardering voor een generiek examenonderdeel en het examen in een keuzedeel dat wat betreft eisen en niveau overeenkomt met een onderdeel rekenen, een onderdeel Nederlandse taal of het onderdeel Engels van een middenkaderopleiding of een specialistenopleiding wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.


Een onvoldoende voor een beroepsgericht (werkproces)examen wordt niet omgezet in een cijfer, omdat het onderliggende systeem dit anders zou kunnen middelen. Dat is onwenselijk bij een onvoldoende voor een werkproces. In zo’n geval zou het resultaat op het niveau van de kerntaak alsnog voldoende kunnen uitvallen, en dat moet voorkomen worden. 


(Zie eventueel ook het servicedocument ‘Omzetting naar cijfers’ in Digibib).

Wat gebeurt er als de voorbereidende opdracht niet aan de ARA-voorwaarden voldoet?

De kandidaat mag niet aan het examen deelnemen als de voorbereidende opdracht niet aan de voorwaarden voldoet. 


De voorbereidende opdracht met voorwaardelijke status is een specifieke afnameconditie waaraan voldaan moet zijn alvorens deel te nemen aan het examen. 


Een voorbereidende opdracht wordt niet inhoudelijk beoordeeld, maar beoordeeld op actualiteit, relevantie en authenticiteit (ARA). Voor een voorbereidende opdracht schrijven wij de afnamecondities voor. Een voorbereidende opdracht wordt niet afgenomen onder examencondities.

Wat is belangrijk om te weten over een examen met een voorbereidende opdracht?

De voorbereidende opdracht wordt ingezet voorafgaand aan het examen en regelt de toegang tot het examen. De voorbereidende opdracht is hiermee voorwaardelijk. In onze examens nemen wij deze voorwaardelijkheid op als specifieke afnameconditie. Naast deze specifieke afnameconditie zijn er overige afnamecondities. Hierin wordt de eenduidigheid van het niveau van de context geborgd. 


De voorbereidende opdracht wordt uitgevoerd op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar, zoals geformuleerd in de afnamecondities van het examen. De uitgevoerde opdracht wordt beoordeeld door een inhoudsdeskundige begeleider op authenticiteit, relevantie en actualiteit. Een hulpmiddel bij het beoordelen en vastleggen hiervan, is toegevoegd als servicedocument onder de titel ‘Servicedocument Verklaring Authenticiteit, Relevantie en Actualiteit (ARA)'. 


Omdat het voor elke student vooraf helder moet zijn aan welke voorwaarden deze moet voldoen om aan een examen deel te mogen nemen, moet de voorbereidende opdracht duidelijk vastgelegd en tijdig gecommuniceerd worden. Dit kan in de onderwijsovereenkomst waar verwezen wordt naar de studiehandleiding en/of de onderwijs- en examenregeling (OER), waarin deze voorwaarden uitgewerkt zijn. Voor bovenstaande baseren wij ons op de herziene versie van de Handreiking Voorwaardelijke toetsing en examinering


Omwille van duidelijk vastleggen en helder communiceren, heeft Consortium de voorbereidende opdracht vermeld in het dekkingsoverzicht. Het dekkingsoverzicht is te vinden onder de knop 'Toetstechnische verantwoording' in Digibib. Omdat de voorbereidende opdracht een vastgelegde afnameconditie betreft, kan deze niet worden vervangen door een andere opdracht, ook niet wanneer deze lijkt op de voorbereidende opdracht. Wel kan de voorbereidende opdracht worden opgenomen in het onderwijs, mits wordt voldaan aan de afnamecondities.

Wat is een wijziging in een examen en wanneer moet het examen opnieuw vastgesteld worden?

In de norm voor valide exameninstrumenten staat: “De school kan de wens hebben om te wijzigen in het exameninstrument. De school moet via de routes de wijziging (laten) doorvoeren. Dat geldt voor alle wijzigingen, van spelfouten tot het aanpassen van de opdracht.” Na een wijziging moet de validiteit van het exameninstrument opnieuw worden vastgesteld door de examencommissie.

Wat is het verschil tussen (een verslag als) beroepsproduct en een examenverslag?

In beide situaties gaat het om een productbeoordeling. 

Daarbij onderscheiden we twee soorten producten: 

  • een beroepsproduct, zoals een begeleidingsverslag, zorgplan, media-ontwerp, onderhoudsplan of houten tafel, – en een examenproduct, zoals een examenverslag. Een beroepsproduct is in het kwalificatiedossier beschreven bij de beroepsinhoud. Daarom noemen we dit een beroepsgerichte beoordelingsvorm. 

  • Een examenproduct biedt de kandidaat de mogelijkheid om aan te tonen dat deze een bewust bekwame, beginnend beroepsbeoefenaar is. Dit noemen we een verantwoordende beoordelingsvorm.

Wat moet ik vastleggen rondom de examinering? Moet dat met een examendossier?

Het is niet wettelijk verplicht om een examendossier te hebben (dus geen regels). De examencommissie moet kunnen onderbouwen en aantonen dat deze op een juiste, objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden voor diplomering. 


Studenten en andere betrokkenen (zoals de inspectie) moeten kunnen terugzien hoe het examen is verlopen en met welke resultaten de student het examen heeft afgelegd. 


De inspectie gaat ervan uit dat mbo-scholen het benodigde bewijsmateriaal, dat de basis vormt voor de beslissing of een student het diploma kan krijgen, tot anderhalf jaar na diplomering bewaren. Dat is nodig om het toezicht goed uit te kunnen oefenen. 


Bron: 

Wat zijn de minimale eisen voor een examinator?

Wettelijk gezien is er niets vastgelegd over de eisen aan een examinator. Het is aan de examencommissie van de school om de deskundigheid van (praktijk)examinatoren vast te leggen en te borgen. 


Wij zijn van mening dat een examinator deskundig in het vakgebied moet zijn en deskundig in het afnemen en beoordelen van examens. 


Prettige hulpmiddelen/richtlijnen zijn: 

Consortium Beroepsonderwijs_p.png
bottom of page