Scholen aan het woord | Deltion College –
met Johan de Graaf
maandag 24 november 2025
In de rubriek Scholen aan het woord gaan we in gesprek met onderwijsprofessionals uit het hele land over hun ervaringen met het lesmateriaal en de samenwerking binnen het Consortium Beroepsonderwijs. In deze editie spreken we Johan de Graaf, docent Technicus Engineering en onderwijsontwikkelaar bij het Deltion College in Zwolle.
Hij vertelt hoe projectgericht onderwijs, flexibel en praktijkgericht materiaal én een sterk landelijk netwerk bijdragen aan toekomstgericht technisch beroepsonderwijs. Ook deelt Johan hoe samenwerking, kennisdeling en professionalisering binnen het Consortium hem én zijn studenten verder brengen.
Introductie
- Kun je jezelf kort voorstellen?
Ik ben Johan de Graaf, docent Technicus Engineering bij het Deltion College in Zwolle. Dit doe ik twee tot drie dagen per week. Daarnaast werk ik één dag per week als onderwijsontwikkelaar bij Deltion, waar ik bezig ben met het opzetten van de opleiding Drone-operations specialist. Ook ontwikkel ik één dag per week lesmateriaal voor het Consortium.
Ik werk inmiddels vijftien jaar in het onderwijs. Daarvoor was ik service technicus, dus ik ben vanuit het bedrijfsleven doorgegroeid naar het onderwijs.
- Wil je iets vertellen over jouw school of opleiding en jullie visie op goed onderwijs?
Wij zijn een middelgroot ROC en ons grote voordeel is dat we alles op één locatie hebben. We zitten in Zwolle, met ongeveer 1300 collega’s en 18.000 studenten. Binnen de opleiding Technicus Engineering hebben we zo’n 600 studenten.
Onze onderwijsvisie is gebaseerd op projectgericht onderwijs. We richten ons onderwijs altijd in rond een project van ongeveer tien weken. Binnen dat project werken studenten aan vakkennis, praktijkopdrachten en practica die direct aansluiten bij het thema dat op dat moment centraal staat. Daarnaast besteden ze ongeveer twaalf uur per week aan generiek onderwijs.
Didactisch gezien proberen we studenten vooral actief te betrekken en te laten samenwerken. Projecten worden altijd uitgevoerd in groepjes van drie tot vier studenten. We zorgen er bovendien voor dat ze kunnen werken in goed uitgeruste ruimtes met alle materialen, middelen en gereedschappen die ze nodig hebben.
Ontwikkelgericht materiaal
- Hoe zorgt het materiaal van het Consortium ervoor dat studenten niet alleen kennis, maar ook de praktische vaardigheden ontwikkelen die ze nodig hebben in hun vakgebied?
Door te werken met de projecten van het Consortium zorgen we ervoor dat studenten voortdurend bezig zijn met wat ze daadwerkelijk moeten leren. Het Consortium geeft duidelijk aan welke vakkennis, bijvoorbeeld uit ThiemeMeulenhoff, bij een project hoort. Die theorie wordt op dat moment behandeld en direct gekoppeld aan het project waaraan de studenten werken.
De praktische vaardigheden ontwikkelen studenten vooral door te doen. We beschikken over goed uitgeruste lokalen met alle benodigde apparatuur, zodat ze de theorie meteen kunnen toepassen in de praktijk.
- Wat vinden jullie goed werken in het materiaal? Waar zit flexibiliteit?
Wat goed werkt, is dat het materiaal heel compleet is. Wanneer je een projectopdracht uitvoert, zit daar direct de koppeling bij met de lesmethode die wij gebruiken, evenals eventuele ondersteunende websites die via de Digibib (de digitale leermiddelenbibliotheek van het Consortium) worden aangeboden.
De flexibiliteit zit vooral in de modules zelf. Wanneer je met een project aan de slag gaat, kun je de moeilijkheidsgraad aanpassen, het project uitbreiden of variëren in het aantal studenten dat eraan werkt. Daardoor is het materiaal goed af te stemmen op verschillende niveaus en leersituaties.
- Hoe helpt dit jullie om beter aan te sluiten op de leerbehoeften van studenten?
Wanneer we een project starten, doen we dat altijd gezamenlijk in de klas. Studenten krijgen hierbij de ruimte om een eigen leerroute te kiezen. Ze kunnen ervoor kiezen om zich te verdiepen in onderwerpen die ze al beheersen, of juist om iets nieuws te leren dat ze nog niet kennen.
Deze aanpak sluit aan bij de individuele leerbehoeften van studenten. Ieder maakt keuzes op basis van zijn of haar eigen interesse en niveau. Bijvoorbeeld: in elk project komt 3D-printen aan bod. Vindt een student dit interessant en wil hij of zij hier later meer mee doen? Dan biedt het project de kans om zich hierin te verdiepen. Heeft een student hier minder affiniteit mee, dan blijft hij of zij bij de basis en kiest een ander onderwerp om verder op in te gaan.
Het lesmateriaal is bovendien afgestemd op het niveau van de studenten. Het bevat geen lange, ingewikkelde teksten, maar is helder en begrijpelijk. Dat past bij onze doelgroep: doeners die snel praktisch aan de slag willen. We willen hen niet vermoeien met onnodig complexe informatie, maar juist motiveren met duidelijke en toepasbare inhoud.
Samen ontwikkelen
- Wat is de meerwaarde van het samen ontwikkelen van lesmateriaal zowel voor de school als voor de studenten?
Door lesmateriaal gezamenlijk te ontwikkelen, pak je het op een landelijke schaal aan. Een opleiding als Technicus Engineering bijvoorbeeld, is gekoppeld aan een crebonummer dat breed inzetbaar is en door veel ROC’s wordt gebruikt. Hierdoor ontstaat er automatisch een waardevol netwerk waarin je letterlijk ‘over de schutting’ kunt kijken naar hoe andere scholen het aanpakken.
Doordat ik zelf meeschrijf aan het lesmateriaal, heb ik regelmatig contact met docenten uit bijvoorbeeld Rotterdam – collega’s die je anders wellicht nooit zou spreken. We komen één keer per maand fysiek bij elkaar om te overleggen. Niet alleen over het lesmateriaal en de projecten, maar ook over hoe bepaalde zaken op de verschillende scholen geregeld zijn. Daarnaast is er iedere maand een online inloopuur voor Technicus Engineering, waar collega’s van scholen uit het hele land bij aanhaken.
Deze samenwerking stimuleert kennisdeling, zorgt voor inspiratie en biedt ruimte voor verbetering. Ik zorg er ook altijd voor dat ik foto's achter de hand heb van projecten waar we aan werken. Zo kunnen we bijvoorbeeld tijdens een overleg het project Battle Bots laten zien – en tonen hoe studenten hiermee aan de slag gaan. Dit maakt de meerwaarde direct zichtbaar én tastbaar.
Flexibiliteit en effectiviteit in de praktijk
- Het Consortium streeft naar materiaal dat flexibel toepasbaar is. Hoe ervaren jullie deze flexibiliteit in het materiaal in de praktijk?
De flexibiliteit van het materiaal merken we in meerdere opzichten. Hoewel projecten vaak gekoppeld zijn aan een specifiek leerjaar, zijn ze ook heel goed inzetbaar in andere leerjaren. Bijvoorbeeld wanneer bepaalde apparatuur nog niet beschikbaar is in het eerste jaar, kun je een project gemakkelijk doorschuiven naar een later moment. De modules zijn opgezet als richtlijn, waardoor er veel ruimte is om zelf keuzes te maken.
Ook de mogelijkheid om projecten uit andere werkgebieden toe te passen is een groot voordeel. Denk aan projecten voor mechatronica, elektrotechniek of installatietechniek. Wanneer scholen – vanwege kleinere groepen – vakgebieden combineren, kun je deze projecten flexibel inzetten om de lesstof aan te passen aan een gemixte klas. Zo kun je één project gebruiken voor meerdere disciplines en toch een volle en goed functionerende klas realiseren.
- Wat werkt goed in de manier waarop het materiaal is opgebouwd voor zowel de docent als de student?
Een grote kracht van het materiaal is dat het vakoverstijgend inzetbaar is. Neem bijvoorbeeld het project Battle Bots: daarin komt niet alleen mechanica aan bod, maar ook 3D-tekenen (werktuigbouwkunde) en besturingstechniek (smart technology). Hierdoor kunnen studenten met verschillende achtergronden samenwerken in werkgroepen, elk vanuit hun eigen specialisme. Dat stimuleert samenwerking, wederzijds begrip én verdieping in het vak.
Bovendien sluit deze opzet goed aan bij de praktijk, waarin vakgebieden ook steeds meer in elkaar overlopen. Voor de docent betekent het dat je overzicht houdt en vakinhoudelijke verbindingen kunt leggen; voor de student wordt het leren betekenisvoller en meer gericht op de beroepspraktijk.
Trainingen en professionalisering
- Jullie volgen ook trainingen via het Consortium. Hoe dragen deze trainingen bij aan de professionaliteit en vakbekwaamheid van de docenten?
De trainingen zetten je vooral aan het denken. Onlangs volgde ik bijvoorbeeld een training over AI – een onderwerp waar ik nog weinig van af wist. Tijdens de training werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld en maakten we gezamenlijk de eerste stappen in het onderwerp. Daarna ben ik er zelf verder ingedoken en ben ik het actief gaan toepassen in mijn werk.
Voor mij vormen deze trainingen vaak een eerste kennismaking met een nieuw thema, waarop ik vervolgens zelf verder bouw. Vanuit de rol van docent is het belangrijk om bij te blijven, zeker in een snel veranderende wereld. Studenten zijn voortdurend op zoek naar de weg van de minste weerstand, bijvoorbeeld door AI in te zetten voor het maken van verslagen. Dan moet je als docent niet alleen de inhoud beheersen, maar ook begrijpen hoe studenten ermee omgaan. Soms betekent dit je na het inleveren van een verslag nog een gesprek moet voeren, om te checken of de student de stof daadwerkelijk beheerst en het werk zelf heeft gemaakt.
De trainingen helpen dus niet alleen bij inhoudelijke verdieping, maar ook bij het ontwikkelen van een scherpere, eigentijdse beroepshouding als docent.
Kennisdeling en netwerk
- Hoe draagt de kennisuitwisseling en samenwerking met andere scholen binnen het netwerk van het Consortium bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs op jullie school?
Tijdens de online inloopuurtjes van Technicus Engineering spreek je collega’s van andere scholen die je anders niet zo snel ontmoet. Je kunt ideeën uitwisselen en horen hoe zij bepaalde uitdagingen aanpakken. Dat levert vaak direct bruikbare tips op voor je eigen lessen.
Tot slot
- Wat is volgens jou de grootste meerwaarde van het werken met het Consortium voor jullie school?
Voor een relatief klein bedrag krijg je toegang tot complete projecten en bijbehorende lesmethodes. Het materiaal vormt een samenhangend geheel voor de hele opleiding en is direct toepasbaar. Als docent loop je er één keer doorheen, daarna kunnen studenten er zelfstandig mee aan de slag.
- Wat zou je andere scholen willen meegeven die twijfelen over de keuze om samen te werken met het Consortium?
Werk je projectgericht of met modules, dan biedt het Consortium waardevolle en kant-en-klare inhoud. Ook voor nieuwe docenten is het een ideaal startpunt. Het materiaal is direct toepasbaar en biedt volop inspiratie voor projecten.
Bekijk ook







